Hoofdstuk 4

==

Phil at op vrijdagavond graag een curry als hij na zijn work-out thuiskwam van de sportschool. Het rook altijd heerlijk exotisch in de keuken als Lou haar eigen kruidenmengsel toevoegde aan de pan met kip, die zachtjes pruttelde in een tomatensaus met veel knoflook.

Haar mobiel waarschuwde dat ze een sms’je had. Het was van haar vriendin Michelle. Op pad om Dave te strikken. Wens me succes Het verbaasde Lou, want de laatste keer dat ze het over hem hadden gehad was hij een eikel geweest die Michelle nog niet terug wilde hebben als hij op blote voeten over gloeiende kolen liep om haar een enorme bos zeldzame orchideeën aan te bieden. Succes! sms’te Lou terug. Maar diep in haar hart wist ze dat het op een teleurstelling zou uitlopen en dat Michelle haar de volgende dag huilend zou opbellen.

Michelle was al eeuwen verliefd op stoere aannemer Dave, en ze had één keer, twee maanden geleden, met hem geslapen toen hij stomdronken was. Sindsdien had hij zich echter beleefd maar gejaagd verontschuldigd als ze elkaar tegen het lijf liepen. Michelle had zichzelf wijsgemaakt dat hij vanzelf zou beseffen dat zij de ware voor hem was als hij haar maar vaak genoeg zag, dus liet ze hem geen moment met rust. Volgens haar was hij de knapste man die ze ooit had gezien, maar dat had ze ook gezegd van Colin... en van Liam en John en Gaz en Jez, twee Ians en een Daz, seriemoordenaar Dane niet meegerekend. Die had ze via internet aan de haak geslagen – een ‘zachtaardige, door en door goeie man die hunkert naar de liefde van een leuke vrouw’, die er valselijk van was beschuldigd dat hij zes pompbediendes om zeep had gebracht. Michelle had Lous advies om Dave niet zo op de huid te zitten op haar eigen manier geïnterpreteerd – ze ging nog steeds bewust naar hem op zoek, om hem vervolgens te negeren, schaterend te lachen en met elke man die in haar buurt kwam opzichtig te flirten.

Zelf had Lou dat gedaan met Andy Betty toen ze veertien was. Maar goed, Lou was geen expert op het gebied van relaties, dus ze kon Michelle moeilijk de les lezen.

==

Uit de draagbare tv in de hoek klonk de tune van Coronation Street, voor Lou het vino-signaal, zoals zij het noemde; ze dronk altijd een glas rode wijn als ze aan het koken was. Maar toen ze de kurkentrekker wilde pakken, was het alsof ze voor het eerst in de bestekla keek.

Hemel, die moet nodig worden opgeruimd, dacht ze, kijkend naar de handige keukenhulpjes die ze had gekocht om ermee te experimenteren maar nooit had gebruikt, zoals de handige aardappelschiller die ze al na één keer had afgedankt. Dan waren er nog de stokoude spatels die ze niet meer gebruikte sinds Phil haar vorig jaar met Kerstmis nieuwe cadeau had gedaan. Ze trok de la eronder ook open – die met knipsels, touw, plakband, nagelknippers en andere rommel die nergens anders thuishoorde. Ze viste er een groene haarband uit met een vlek van een lekkende pen, een verroest hangslot dat er al eeuwen lag, en de folder van een Indiaas afhaalrestaurant dat vorig jaar was gesloten omdat er maden waren aangetroffen in de pakora’s. Alles verdween in de afvalbak, en ze vroeg zich af waarom ze zoiets simpels niet al veel eerder had gedaan.

Ze trok de onderste la open, met veel moeite, want die zat veel te vol met oude theedoeken en poetslappen. Had ze er echt zoveel nodig? De kookwekker ging af en Lou deed alle laden dicht. Morgen, beloofde ze zichzelf.

==

Op de zaak schudde Phil met walging zijn hoofd. Hij voelde de pijn al aankomen.

Sharon Higgins, de somma van tweehonderd en vijftig pond.

Telkens als hij zo’n cheque uitschreef, maakte hij in gedachten een rekensommetje. Dan had hij het gevoel dat de inhoud van zijn maag omhoogkwam. Tien jaar £200 per maand was £24.000, plus nog eens acht jaar £250 per maand... leidde tot een totaal van £48.000. En het was niet uitgesloten dat het loeder op een gegeven moment weer om een verhoging zou vragen. Het was evenmin uitgesloten dat de tweeling ging studeren en tot hun tweeëntwintigste financieel gesteund moesten worden. Of langer, als ze medisch specialist of iets dergelijks wilden worden. Het was een schrale troost dat hij geen brieven had gehad van de Child Support Agency waarin nog veel meer geld van hem werd geëist. Hij vermoedde dat ze van een of andere uitkering leefde. Achtenveertigduizend pond!

Hij had die bloedzuigers van kinderen maar één keer gezien, toen Lou en hij vijf jaar geleden samen kerstinkopen deden in Meadowhall. Ze waren Sharon en haar moeder en de kinderen niet ver van de troon van de Kerstman letterlijk tegen het lijf gelopen. Ze hadden geen woord gewisseld. Sharon had de kinderen haastig meegesleurd, alsof ze bang was dat hij ter plekke een band met hen zou krijgen. Nou, hij moest er niet aan dénken. Voor hem waren ze gewoon twee kinderen met donkere ogen en blond haar, en hij had werkelijk niets voor hen gevoeld, toen niet en nooit niet. In elk geval niets positiefs, alleen wrok omdat ze hem waarschijnlijk minstens nog eens £48.000 uit de zak zouden kloppen, de rente nog niet eens meegerekend. Hij kreunde.

Twee keer had hij met Sharon geslapen. Een van de twee keren kon hij zich totaal niet herinneren, zo dronken was hij geweest. Maar volgens haar hadden ze ‘het’ drie keer gedaan – dat kwam neer op zestienduizend pond per wip!

Hij had haar leren kennen in Chesterfield, een paar jaar voordat Lou ten tonele was verschenen. Sharon was zo’n typische barmeid die iedereen wel kent: een tweeëntwintigjarige bimbo met lange benen, enorme tieten, blond haar en ogen als saffieren. Ze was iets te vol bij haar heupen, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt door haar andere kenmerken. Hij hypnotiseerde haar met gemak door met geld te smijten. Drie dure diners, een zilveren armband, een reusachtige teddybeer en twee flessen champagne later had hij haar in bed.

Ze had gezegd dat ze de champagne te droog vond (waarom had die stomme trut dat dan niet meteen gezegd, dan had ze hem vijftig pond bespaard) en had in plaats daarvan een cola light genomen. Hij zat er mooi mee in zijn maag, want hij hield niet van weggegooid geld, ondanks het feit dat de wijn geen gelukkige combinatie was met het bier en de wodka’s die al door zijn lichaam klotsten. Naderhand had ze hem verzekerd dat hij geweldig was geweest in bed.

De tweede keer zorgde hij ervoor dat hij geen slok had gedronken, maar de seks was een beetje een afknapper geweest, zacht uitgedrukt. Ze had wel een mooi lijf, maar ze was zo’n ergerlijk type dat van knuffelen en urenlang voorspel hield voordat hij ook maar in de buurt van het doelgebied kon komen. Het gesprek verliep alsof hij op loden schoenen door stroop waadde. Het hielp bovendien niet dat ze, nadat hij haar had bevredigd, weigerde voor hem hetzelfde te doen omdat ze niet aan pijpen deed. De volgende ochtend was hij op haar uitgekeken, en toen ze post coïtum een karig ontbijt nuttigden, besloot hij het uit te maken. Hij had het gevoel dat ze weleens te aanhankelijk en te duur zou kunnen worden, niet wetend hóé duur totdat ze vijf maanden later onaangekondigd op de zaak verscheen, waggelend als een dikke eend en met een hand tegen haar rug gedrukt. En ze was niet zomaar zwanger, nee, ze was zwanger van een tweeling. De kinderen schenen zonder enige twijfel van hem te zijn. Er kwamen in de familie Winter veel tweelingen voor, dus dat maakte haar claim geloofwaardig. Een echo vormde het bewijs.

Tot zijn onuitsprekelijke opluchting wilde ze niet dat hij zelfs maar een deel van de verantwoordelijkheid voor de opvoeding op zich nam; de kinderen zouden haar achternaam krijgen en ze wilde geen bezoekregeling aangezien dat voor de kinderen alleen maar verwarrend zou zijn. Dat was het goede nieuws. Toen kwam ze met het slechte: ze verwachtte dat hij zou bijdragen in de kosten. Ze liet het woord als een rotsblok in het water van hun gesprek vallen en hij verzoop haast in de vloedgolf. Ze noemde haar prijs: £200 per maand. Betaling punctueel op de eerste, en dan wilde zij beloven dat ze de officiële instanties erbuiten zou houden. Toen vroeg hij of ze er zeker van was dat hij de vader was.

Ze viel op hem aan als een Tasmaanse duivel. ‘Waar zie je me voor aan!’ krijste ze, terwijl hij wanhopig probeerde haar de mond te snoeren. ‘Je hebt me verleid met zinnetjes als “je hebt de mooiste blauwe ogen die ik ooit heb gezien”’ (dat kon hij zich herinneren), ‘en “we hoeven geen condoom te gebruiken want ik ben gesteriliseerd”!’ (dat kon hij zich helemaal niet herinneren).

‘Je hebt me gebruikt!’ snauwde ze. ‘En toen je me eenmaal in bed had gekregen, heb je me laten zitten en wilde je me niet meer kennen. Ik geloofde je, van dat steriliseren, en het is geen moment bij me opgekomen dat ik zwanger zou kunnen zijn. En toen ik er eenmaal achter kwam, was het te laat voor een abortus. Het is allemaal jouw schuld, vuile leugenaar.’

Het was misschien oliedom van haar geweest om die smoes te geloven, áls hij al zoiets had gezegd, maar Phil begon zich toch een beetje schuldig te voelen, vooral toen ze begon te huilen, al bleef ze intussen op hem schelden. Als hij bewijs wilde, had zij er geen bezwaar tegen om een dna-test te doen en naar de rechter te stappen, tierde ze. Ze bedreigde hem met haar ooms, haar vader, de kranten, Jerry Springer... Hij bracht haar tot bedaren met een kop koffie en een Kit-Kat en de belofte van een taxi naar huis. In gedachten nam hij zich voor om nooit meer onbeschermde seks te hebben als het maar voor één nachtje was.

Zeveneenhalve maand na de wip die hij zich niet meer kon herinneren ontving hij een briefje van haar, met het nummer van haar bankrekening. De baby’s waren te vroeg geboren maar wel gezond, schreef ze. De ongeschreven boodschap luidde: begin met betalen. Phil zou het nooit hardop toegeven, maar hij had stiekem gehoopt dat ze zo veel te vroeg waren geboren dat ze niet levensvatbaar bleken te zijn. Dan hoefde hij niet minstens achttien jaar lang elke maand een cheque te sturen – plus de postzegels (het tikte allemaal aan).

Hij hoorde nooit meer iets van haar totdat de kinderen tien waren, en toen vroeg ze om een verhoging van vijftig pond per maand. Hij voldeed aan haar verzoek om geen trammelant te schoppen, vooral omdat de zaken zo goed gingen en de csa hem een veel hogere alimentatie zou opleggen. Totdat hij en Lou Sharon tegen waren gekomen in Meadowhall had hij zelfs niet geweten dat ze een jongetje en een meisje had. Sharon was nauwelijks veranderd; haar gezicht had misschien een hardere uitdrukking gekregen en ze had niet meer zo’n dikke kont. Van de kinderen herinnerde hij zich alleen hun ogen, rond en bruin zoals die van jonge uiltjes – of moesten dat koekoeken zijn? Stomme koekoeken die zich in zijn bankrekening hadden genesteld, hun bekjes wijd opengesperd, veeleisend en onverzadigbaar. Bloedzuigers waren het.

Dat gedoe met Sharon en de kinderen was een grote schok geweest voor Phil. Tot dan toe had hij een onbezorgd leventje geleid. Toen Phil en zijn zus Celia nog heel klein waren, waren hun ouders uit elkaar gegaan, en dat hadden ze goedgemaakt door hun kinderen schandelijk te verwennen met alles wat er voor geld te koop was. De beide kinderen waren opgegroeid met een veel te hoge dunk van zichzelf, de wetenschap dat ze altijd hun zin kregen en een obsessie voor geld. Als jonge volwassenen koesterden ze het idee dat ze onoverwinnelijk waren, en dat werd versterkt doordat de zaken goed gingen en het geld binnenstroomde.

Door hun zelfvertrouwen trokken ze de aandacht van het andere geslacht, maar de manier waarop Sharon Phil in de val had gelokt gaf zijn ego een enorme dreun. Sindsdien had hij ernaar gestreefd om betere en grotere deals te sluiten dan ieder ander, om zichzelf te bewijzen dat hij opnieuw de sterkste en de beste was. Hij klampte zich vast aan alles wat hij bezat – alsof zijn leven ervan afhing. En hij had nooit meer met geld gesmeten om een vrouw in bed te krijgen. Alles wat er in Phil Winters leven gebeurde, met uitzondering van Sharon Higgins, gebeurde op zijn voorwaarden. Vandaar dat hij zijn vrouw af en toe een toontje lager liet zingen, dat hoorde erbij. Dat ze hem desondanks bleef verwennen was voor hem het beste bewijs dat hij weer op het goede spoor zat.

Net toen hij de envelop had verzegeld en er een postzegel op had geplakt, stak Bradley, zijn rechterhand, grijnzend zijn hoofd om de hoek van de deur, zwaaiend met een stapeltje papieren. ‘Hebbes!’

‘De mg?’

‘Ja. Dat stomme ouwe mens is akkoord gegaan met twaalfhonderd handje contantje, en Colin brengt de auto morgen naar Fat Jack.’

‘Je bent een kei! Je hebt een flinke bonus verdiend, kerel.’

Niet al te flink natuurlijk. Honderd pond was genoeg, vooral omdat hij de deal in feite zelf had gesloten; Bradley had de aarzelende eigenaresse alleen maar over de streep hoeven trekken om haar handtekening te zetten. Twaalfhonderd in contanten, voor een voertuig dat vier keer zo veel waard zou zijn tegen de tijd dat het terugkwam uit Fat Jacks garage. En dan telde hij het mooiste nog niet eens mee: een persoonlijk kenteken dat minstens tienduizend pond waard was. Het bejaarde dametje dat de auto had verkocht dacht dat zij ook van geluk mocht spreken. En dat was ook zo, want door dat ‘ouwe barrel’ van haar te kopen had hij lekker veel ruimte in haar garage gecreëerd en haar bovendien verlost van de kosten van de verzekering en de wegenbelasting. Bovendien leefde ze waarschijnlijk toch niet lang genoeg meer om twaalfhonderd pond uit te geven.

Misschien bestond er toch wel een god; een fijne ouwe kapitalistische god die graag bereid was een echte doorzetter een handje te helpen.

Lentekriebels
978 90 499 5217 4.xhtml
978 90 499 5217 4-1.xhtml
978 90 499 5217 4-2.xhtml
978 90 499 5217 4-3.xhtml
978 90 499 5217 4-4.xhtml
978 90 499 5217 4-5.xhtml
978 90 499 5217 4-6.xhtml
978 90 499 5217 4-7.xhtml
978 90 499 5217 4-8.xhtml
978 90 499 5217 4-9.xhtml
978 90 499 5217 4-10.xhtml
978 90 499 5217 4-11.xhtml
978 90 499 5217 4-12.xhtml
978 90 499 5217 4-13.xhtml
978 90 499 5217 4-14.xhtml
978 90 499 5217 4-15.xhtml
978 90 499 5217 4-16.xhtml
978 90 499 5217 4-17.xhtml
978 90 499 5217 4-18.xhtml
978 90 499 5217 4-19.xhtml
978 90 499 5217 4-20.xhtml
978 90 499 5217 4-21.xhtml
978 90 499 5217 4-22.xhtml
978 90 499 5217 4-23.xhtml
978 90 499 5217 4-24.xhtml
978 90 499 5217 4-25.xhtml
978 90 499 5217 4-26.xhtml
978 90 499 5217 4-27.xhtml
978 90 499 5217 4-28.xhtml
978 90 499 5217 4-29.xhtml
978 90 499 5217 4-30.xhtml
978 90 499 5217 4-31.xhtml
978 90 499 5217 4-32.xhtml
978 90 499 5217 4-33.xhtml
978 90 499 5217 4-34.xhtml
978 90 499 5217 4-35.xhtml
978 90 499 5217 4-36.xhtml
978 90 499 5217 4-37.xhtml
978 90 499 5217 4-38.xhtml
978 90 499 5217 4-39.xhtml
978 90 499 5217 4-40.xhtml
978 90 499 5217 4-41.xhtml
978 90 499 5217 4-42.xhtml
978 90 499 5217 4-43.xhtml
978 90 499 5217 4-44.xhtml
978 90 499 5217 4-45.xhtml
978 90 499 5217 4-46.xhtml
978 90 499 5217 4-47.xhtml
978 90 499 5217 4-48.xhtml
978 90 499 5217 4-49.xhtml
978 90 499 5217 4-50.xhtml
978 90 499 5217 4-51.xhtml
978 90 499 5217 4-52.xhtml
978 90 499 5217 4-53.xhtml
978 90 499 5217 4-54.xhtml
978 90 499 5217 4-55.xhtml
978 90 499 5217 4-56.xhtml
978 90 499 5217 4-57.xhtml
978 90 499 5217 4-58.xhtml
978 90 499 5217 4-59.xhtml
978 90 499 5217 4-60.xhtml
978 90 499 5217 4-61.xhtml
978 90 499 5217 4-62.xhtml
978 90 499 5217 4-63.xhtml
978 90 499 5217 4-64.xhtml